Van de honderden steenfabrieken langs de rivieren in Nederland zijn er nog enkelen over. Soms staan deze in de uiterwaarden nabij een stad en zijn ze inmiddels getransformeerd tot woningen, restaurant of culturele trekpleister. Vaker zijn de afgravingen rondom de fabrieken de afgelopen decennia veranderd in verstilde natuurgebieden waar watervogels en runderen de terreinen hebben toegeëigend. Staatsbosbeheer heeft langs de IJssel meerdere natuurgebieden met monumentale restanten van steenfabrieken in beheer.
Deze resterende steenovens bestaan uit repeterende, doodlopende nissen van baksteen, die als een soort overwoekerde terpen in de jonge natuurlandschappen liggen. Relikwieën die verwijzen naar een rijke geschiedenis. De onpraktische ruimtes van de ovens, in combinatie met de monumentale status en de ligging in beschermde natuurgebieden maakt het uiterst complex om deze objecten een passende herbestemming te geven.
Staatsbosbeheer heeft ARD / AtelierRuimDenkers gevraagd om door middel van ontwerpend onderzoek te bestuderen of er andersoortige herbestemmingen mogelijk zijn die er voor zorgen dat verder verval gestopt kan worden en de steenovens behouden kunnen blijven voor volgende generaties.
Aan de hand van historisch onderzoek naar het landschap, de steenfabrieken en het gebruik ervan, is door ARD een Biografie van het Landschap gemaakt, die de bijzonderheden en kwaliteiten van de diverse locaties inzichtelijk heeft gemaakt. Daarnaast zijn de hedendaagse eisen en wensen van stakeholders zoals provincie, gemeentes en andere (semi)overheidsinstellingen voor de gebieden in kaart gebracht en gedistilleerd tot gedeelde thema’s.
– Hoewel er breed gedragen ambities zijn om de gebouwen te behouden en een rol te geven binnen het verhaal van de IJssel, zorgt kwetsbaarheid van de omgeving, de gevoeligheid rondom de historie en de staat van de bouwwerken ervoor dat een toekomstvisie voor de gebouwen uiterst sensitief dient te zijn. Dit kan niet gezocht worden binnen de traditionele vormen van transformatie en herbestemming.
De relicten van de oude steenfabrieken in de natuurgebieden fascineren. Ze trekken nieuwsgierige bezoekers en nodigen uit om te ontdekken. De provincie ziet de steenfabrieken als belangrijke identiteitsdragers van de regio. En dat is niet voor niets. Er is namelijk een innig verwantschap tussen de eeuwenoude rivier, de voormalige fabrieken en het huidige IJssellandschap. Deze drie zijn niet los van elkaar te zien en hebben een grote invloed op elkaar gehad. De steenovens staan symbool voor hoe natuur en cultuur het landschap van de uiterwaarden de afgelopen eeuwen blijvend hebben veranderd. De oorspronkelijk vlakke uiterwaarden (natuur) zijn door de kleiafgravingen (cultuur) plassen geworden omringd door weelderige natuurgebieden (natuur). Deze wisselwerking is nog immer zichtbaar en voelbaar en met de juiste ingrepen te behouden en beter leesbaar te maken is.
Een traditionele restauratie kost veel geld dat terugverdiend dient te worden door de toevoeging van programma. Denk hierbij bijvoorbeeld aan woon- of horecafuncties. Dit is in strijd met de eigenschappen van de mooie groene, verstilde ligging van de fabrieken in de huidige natuurgebieden. Het ontwerpconcept maakt juist gebruik van deze ‘beperkingen’ en ziet deze als kwaliteiten.
Het verdere verval van de steenovens wordt in het concept gestuurd door ‘rotte’ delen tactische weg te snijden in plaats van te restaureren; slopen voor behoud! Zo ontstaat een veilig verruïneerd object met een eigen schoonheid waarin je je kunt verwonderen en eindeloos kunt rondstruinen; een Ontworpen Ruïne waarbinnen het verval wordt geregisseerd en gestopt. De schoonheid van het verval wordt hierbinnen juist als kwaliteit en als bijzondere beleving ingezet.
Dit verval van de steenovens staat ook symbool voor de cyclus van het omringende landschap en de voormalige productie van bakstenen. Gevormd uit een homp afgegraven klei (natuur) is het de menselijke toevoeging van het vuur (cultuur) dat ervoor heeft gezorgd dat er blijvende objecten zijn achtergebleven. Wanneer men de gebakken klei aan de weerselementen overlaat, zal dit langzaamaan terug transformeren naar de klei waar het allemaal mee begonnen is. Dit proces vindt op grotere schaal plaats in het gebied; de steenovens zijn onderhevig aan de elementen en vervallen langzaam maar zeker, met in het uiterste geval slechts een berg klei naast een afgraving achterlatend als verwijzing naar het verleden.
In het ontwerpvoorstel is een incisie in de vorm van een abstracte meanderende rivier door de ovens ontworpen die de verwantschap met de rivier en het spel met de elementen verder benadrukt. Smalle openingen aan de kopse kanten maken nieuwsgierig en zorgen er tevens voor dat de hoofdvorm behouden blijft.
De meanderende vorm is zo gekozen dat de ‘rotte’ stukken verwijderd worden en een diversiteit aan gewelven overblijft. Sommige zijn nog volledig origineel, andere zijn opengesneden om de werking te tonen en weer anderen vormen ‘tuinmuren’ rondom nieuwe binnenplaatsen. Deze binnenplaatsen bieden de mogelijkheid de ovens op diverse wijzen te doorkruizen en te gebruiken. Denk hierbij aan een rustplaats of een expositieruimte voor kunstwerken tijdens de IJssel Biënnale. Binnen deze ‘pleinen’ wordt het verhaal van het landschap en zijn steenfabrieken verteld. Het dak van de te behouden gewelven is toegankelijk voor het publiek. De overgebleven bakstenen ‘terp’ in het natuurlandschap is zo te gebruiken als belvedère waarvandaan het IJssellandschap en de naastgelegen natuurgebieden te bewonderen zijn.
Staatsbosbeheer
Olst-Wijhe
In ontwikkeling
Conceptontwikkeling, Gebiedstranformatie, Herbestemming, Revitalisering